Synopsis
Er was eens een jongen die Nello heette. Hij woonde met zijn grootvader in een dorp naast Antwerpen. Elke dag gingen ze naar de grote stad, om melk te verkopen. Op een dag zagen ze een hond op het gras liggen. Hij was oud en ziek, maar Nello bracht hem naar hun huis en hij werd weer gezond. Nello gaf hem de naam Patrasche. Uit dankbaarheid hielp Patrasche Nello en zijn grootvader veel.De droom van de jongen was een kunstenaar te worden, zoals Rubens, die hij bewonderde. Eén van zijn favoriete dromen was schilderijen in de kathedraal bekijken, maar aangezien men moest daarvoor betalen, kwam Nello de kathedraal niet in.Wanneer Nello's grootvader stierf, werd Nello verplicht door de huisbaas hun woning te verltaten. Hij gaf Patrasche aan een vriend, en ging naar Antwerpen. Maar Patrasche wilde niet daar blijven. Hij volgde hem tot de kathedraal, waar Nello hoopte de schilderijen te kunnen zien. Op kerstdag werden ze alle twee gevonden, dood op de grond voor een schilderij door Rubens.